Ulaanbaatar en We survived the Gobi desert deel7-8 - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van DikenAstrid - WaarBenJij.nu Ulaanbaatar en We survived the Gobi desert deel7-8 - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van DikenAstrid - WaarBenJij.nu

Ulaanbaatar en We survived the Gobi desert deel7-8

Blijf op de hoogte en volg

22 Mei 2019 | Mongolië, Ulaanbaatar

Hallo lieve familie en vrienden,

We sturen jullie ineens het verslag door van de dag in Ulaanbaatar en daarna de 5 dagen in de Gobi woestijn.
Na 5 internet en telefoonloze dagen in de woestijn zijn we weer veilig en wel in Ulaanbaatar aangekomen vanwaar we nu dus foto's en verslagen plaatsen.
Karry onze gids sprak op de dag van vertrek uit Ulaanbaatar de volgende bemoedigende zin uit, "zo triest, het afgelopen weekend zijn tijdens een sneeuwstorm 6 mensen overleden en tevens 400 stuks vee".
Het was woensdag op de dag van vertrek en we werden die ochtend wakker met sneeuw (leuk) terwijl het de dag ervoor nog warm en zonnig was.
De tweede bemoedigende zin die ze tijdens onze reis door de woestijn uitsprak was "ook een 4 weeldrive raakt hier soms vast in het zand".
Nu lieve allemaal we zijn er nog en inmiddels heel wat ervaringen rijker.
Tevens zullen we voorlopig niet meer klagen over de toestand van de Belgische autowegen. Bumpie road was een veelvuldig gebruikt woord de afgelopen dagen. Klinkt schattig maar...…je word er wel bumpie van.
Inmiddels staan er al heel veel foto's die je wel kunt zien op de www.travellogger.com website die alleen met ons wachtwoord:
!Geheim10! te openen is. waarom ze niet op deze website staan geen idee en daar kregen we ook geen antwoord op. Laten jullie ons weten of je de foto's gezien hebt. Met google chrome en microsoft edge kun je de website zonder problemen openen.
Veel leesplezier en lieve groetjes van ons xxx

Dinsdag 14 mei
Vanmorgen vertrokken we om 8.30 uit ons kamp, uitgewuifd door de hele kampfamilie. Naarmate we dichter bij Ulaanbaatar kwamen werd het verkeer steeds drukker en chaotischer. Denk daarbij aan het verkeer in een stad die uit zijn voegen barst en nog geen tijd heeft gehad om de infrastructuur en het rijgedrag aan te passen aan de moderne tijd. Strepen op het wegdek die in de meeste landen rijbanen aangeven, dienen hier hoofdzakelijk ter illustratie. Zebrapaden geven de plaats aan waar suïcidale voetgangers hun kansen wagen. Communiceren is van groot belang. Claxonneren doe je om uiteenlopende redenen; elk excuus is goed. Nou ja, voor stoplichten, ook voetgangerslichten, wordt gestopt en als je je in een gevarenzone begeeft, zullen de meeste automobilisten hun auto niet aan jou willen beschadigen.
Er rijden hier trouwens opvallend veel Priussen. De meeste mensen hier importeren hun auto’s tweedehands uit Japan en om het gebruik van hybride auto’s aan te moedigen, is de import daarvan vrijgesteld van invoerbelasting. Al die auto’s hebben het stuur rechts, hoewel er net als bij ons rechts wordt gereden. Daarom moet je hier twee keer rijexamen doen; een keer met het stuur rechts en een keer met het stuur links.
In Ulaanbaatar bezochten we eerst het Gandan Tegchenling klooster, het centrum voor de Mongoolse boeddhisten. Met de bouw van het klooster is ongeveer 200 jaar begonnen. In de jaren dertig werden in Mongolië zo’n 15000 monniken (lama’s) vermoord door het communistische regime dat sterk werd beïnvloed door Stalin. Bijna alle kloosters werden vernietigd. Dit was een van de weinige kloosters die gespaard bleven. Eind jaren dertig werd het gesloten, maar in 1944 kreeg het als enige toestemming als boeddhistisch klooster door te gaan. Met het verdwijnen van het marxisme in 1990 werd de vrijheid van godsdienst in Mongolië weer hersteld.
Anders dan in Thailand hield iedereen hier bij het naar binnen gaan zijn schoenen aan. Ook de monniken die volop aan het bidden waren. Zij citeerden al hun gebeden. Pure routine en het mag dan ook geen verbazing wekken dat onder het bidden een van de monniken op zijn gemak zat te bellen. Anderen waren intussen bezig de aan hen geofferde voedselpakketten uit te delen.
De monniken wonen hier niet in het klooster, maar gewoon in de stad. Ze mogen trouwen en liepen hier niet in grote bogen om de vrouwen heen.
Na het klooster bezochten we een gerfabriek waar het houten geraamte van de gers wordt gemaakt. Er is een houtzagerij waar de onderdelen op maat worden gemaakt en wat kamertjes waar de spanten worden gelakt en versierd en verder uiteraard de nodige opslagruimten. In de houtzagerij stonden een paar cirkelzagen. Van afzuiging hebben ze hier nog niet gehoord. Ook niet van beschermkappen. De vingertjes gingen vrolijk rakelings langs het zaagblad. We weten niet hoe vaak er een vacature is voor een nieuwe zager. In twee kamertjes zaten dames in rap tempo versieringen aan te brengen op de spanten. Van één kamertje stond het raam open, van het andere niet. In het harde Mongoolse klimaat heb je stevige verf nodig; en dat was goed te ruiken.
De fabriek produceert ongeveer drie ger-frames per dag. Er schijnen heel wat van dergelijke fabriekjes te zijn. Ze maken drie maten: met drie, vier of vijf opplooibare hekken die de staande wand steunen. Een ger kost ongeveer 1000 euro; een appartement van vergelijkbare afmetingen al gauw vijf keer zo veel.
Onze lunch was een Mongoolse barbecue. In België en Nederland ook een tijdlang populair, nu meestal verdrongen door de Wok all you can eat restaurants. Je schept een bakje vol met groente, vlees en vis naar keuze, kiest er een sausje bij en een aardige jongeman gooit het hele zooitje op een gloeiende plaat waarbij hij met twee lange messen van zo’n 60 cm het hele zooitje door elkaar werkte om er vervolgens je bakje saus doorheen te mengen. Bij het resultaat kun je desgewenst nog aardappelen, rijst of wat andere ingrediënten nemen.
Het middagprogramma was een bezoek aan het Nationaal Historisch Museum. Omdat we de rest van de dag geen beroep meer zouden doen op Gomboo (we zijn er eindelijk achter hoe de chauffeur precies heet, voluit Gombosuren), ging hij naar huis om even te relaxen. Volgens Mongolische deskundigen zijn de oudste vondsten van menselijke resten 800 000 jaar oud, dus valt er heel wat geschiedenis te tonen. Gelukkig heeft het museum maar drie verdiepingen met in totaal negen zalen. De tentoongestelde voorwerpen gaan van de steentijd tot het heden, van speerpunten tot de democratische periode vanaf 1990.
Daarna moesten we ons haasten om op tijd bij het theater te zijn waar ons een uitvoering te wachten stond met traditionele Mongoolse keelzang en andere muziek, traditionele dans en tot besluit een contortionist.
Hier ontmoetten we onze Engelse buurman uit de trein naar Ulaanbaatar weer. Hij maakte dankbaar gebruik van het aanbod van Kerry om op haar plaats op de voorste rij te gaan zitten. We werden aangenaam verrast met een wervelende show waarin de traditionele elementen in een flitsend modern jasje waren gestoken. Het enige wat verbetering behoefde, waren de harde houten banken.
Na de voorstelling gingen we terug naar het hotel om een hapje te eten. Het hotel heeft drie restaurants. Maar je moet ze wel kunnen vinden. Een lange achter de lift verscholen gang leidt naar een als Aziatisch omschreven restaurant. Je kunt er echter van alles eten, van Italiaanse pasta tot Thaise tom yam kung. Die viel dus af. Nog verder in de gang is het Bayangol Hotel restaurant. Dat ziet er chique uit en er zat geen kip. Die viel dan ook maar af. Op de tweede verdieping zit One Day in Mongolia met de Mongoolse keuken; ook tamelijk verscholen. Daar zijn we dan maar neergestreken.
We hebben tot diep in de nacht doorgewerkt om het verslag en zo veel mogelijk foto’s op de website te krijgen. Daarna het licht op de kamer uitdoen was een probleem. We konden nergens een knop vinden die daarvoor diende. Dus hebben we ons kaartje maar uit het houdertje bij de deur getrokken toen we gingen slapen. Gelukkig vertrokken we de volgende ochtend pas om half negen dus kregen we toch wat slaap. Bij het inpakken viel Astrids blik op de radio. Daar zaten knoppen op met bijschriften als “bed light”, “mirror light” en “do not disturb; een compleet controlepaneel voor het licht. Dat hadden we dus gevonden, maar we moesten nog wel op zoek naar de ontbijtzaal. Na wat heen-en-weer geloop en vragen bij de receptie bleek de ontbijtzaal in het Bayangol Hotel restaurant te zijn verstopt. Een groot deel van de bagage en ons wasgoed hebben we achtergelaten in het hotel, omdat we hier over een week terugkomen.

Woensdag 15 mei
Het aangename voorjaarsweer van de vorige dag was omgeslagen in bitter winterweer. In een sneeuwbui reden we over glibberige wegen Ulaanbaatar uit naar de Gobi woestijn. Iets buiten de stad stopte Gomboo om de vierwielaandrijving te activeren. Dat voelde in elk geval een stuk zekerder; we konden dus weer redelijk vlot doorrijden. Tien minuten later raakten we dan toch in een slip. De weg lag ongeveer twee meter hoger dan het omringende landschap en werd begrensd door een vrij steil talud. Dus maakten we een paar spannende momenten mee toen Gomboo al zijn stuurmanskunsten moest aanwenden om de wagen heel beneden te krijgen. Terug de weg op was geen probleem; we zouden al snel merken dat off road rijden in de Gobi de standaard is.
Gelukkig hield de sneeuwstorm na een goeie twee uur op om even verderop plaats te maken voor een zandstorm. Best wel een stevige volgens Astrid. Dik zat inmiddels te slapen.
Na een tijdje stopte Gomboo om ons gelegenheid te geven een toilet te bezoeken. Zo maakten we kennis met de traditionele Mongoolse hurktoiletten. Een houten hokje, hier een paar naast elkaar, soms met een deur. Zeg ongeveer een meter in het vierkant. De vloer is van houten vloerdelen die van voor naar achter lopen. Het middelste vloerdeel van pakweg 30 cm breed ontbreekt. Daardoor kun je de ruimte onder de vloer zien. Bij dit toilet zag je bijna twee meter lager een laag uitwerpselen liggen. Voor mannen is het enige probleem een beetje goed kunnen mikken. Aan de vloer te zien lukt dat niet altijd even goed. Astrid heeft zich echter even achter het toiletgebouwtje verscholen. Overigens werken de autoriteiten in Ulaanbaatar aan een verbod op dergelijke wc’s in stedelijk gebied omdat de grond er omheen na tientallen jaren van gebruik toch wel vervuild is.
In een wegrestaurant wat verderop maakten we kennis met een ander Tiara gezelschap, twee Deense meisjes die de eerste dag dezelfde bestemming hadden als wij. De maaltijd bestond uit hamburger, spiegelei, rijst en salade, een combinatie die hier kennelijk populair is.
Door de Gobi lopen hier en daar verharde wegen, in de meeste gevallen met kuilen en hobbels in het asfalt die de chauffeur nopen regelmatig sterk af te remmen en naar links of rechts te slingeren. De rest van de wegen zijn sporen in het zand. Vaak meerdere naast elkaar die soms uitwaaieren en even later weer bij elkaar komen, elkaar soms kruisen en soms in verschillende richtingen verder gaan. De kwaliteit van dit soort wegen is soms beter dan die van de verharde wegen. Het komt dan ook regelmatig voor dat je parallel aan de verharde wegen sporen in het zand ziet die drukker worden gebruikt dan de verharde weg. Dat wil niet zeggen dat de onverharde sporen altijd even goed zijn. Vaak zijn ze bezaaid met stenen, moet je ook hier uitwijken voor kuilen en bulten en moet je een beroep doen op je vierwielaandrijving om steile stukken te overwinnen. Om de omgeving een beetje te begrijpen, moet je weten dat de Gobi een gigantische hoogvlakte is, 1,5 miljoen vierkante kilometer, op ongeveer 1800m hoogte. Ver van de zee, dus nogal droog en er staat vaak een vrij harde wind, zo niet storm. Het landschap wordt doorsneden door de afgesleten toppen van wat ooit hoge bergen waren. De dalen zijn gevuld met het gruis en soms grote stenen dat ooit die bergen vormde. Al met al een ruw landschap waar de bewoners leven van hun vee. Daarnaast is er wat mijnbouw waar veel mensen werk vinden. Meestal zijn het echter buitenlandse bedrijven die met de opbrengst gaan lopen.
Wat het vee betreft: er zijn in Mongolië veel schapen (in totaal 30 miljoen schapen en geiten, meer schapen dan geiten; geiten zijn slecht voor het gras) en dan koeien, paarden en kamelen (samen ook ongeveer 30 miljoen). Tegenwoordig zijn kamelen minder belangrijk. Dus worden ze vaker aan hun lot overgelaten en verwildert een deel van de populatie. De kalveren van de koeien worden ’s nachts gescheiden van hun moeder. De moeders worden ’s morgens gemolken en dan samen met hun kalveren de woestijn ingestuurd. Zo kunnen de kalveren overdag bij hun moeder drinken.
Hier rijdt je door het lege landschap waar je bij Mongolië aan denkt. Soms zie je kilometers in het rond hooguit wat vee, soms een enkele gertent met af en toe een paar ruwe houten of stenen bouwwerkjes als beschutting voor het vee, soms passeer je grotere kuddes van zelfs een paar honderd schapen en soms gemengd met geiten. Gelukkig is de beschaving nooit ver weg; zelfs op de meest afgelegen plaatsen vind je plastic flessen, resten van plastic tassen en zakjes, bierblikjes en ander afval.
De eerste bezienswaardigheid vandaag was een schitterende zwarte rotsformatie, uitgesleten door miljoenen jaren erosie. De weg er naartoe zat vol met grote scherpe stenen en was op een gegeven ogenblik zo steil dat Gomboo heel voorzichtig stapje voor stapje met de vierwielaandrijving naar boven kwam. De zijkant van de auto kwam af en toe gevaarlijk dicht bij de rotswand, maar uiteindelijk kwamen we ongeschonden boven. Na ons volgden nog een paar busjes, dus kennelijk hadden we niets buitengewoons gedaan. Niet alleen de rotsformatie zelf was schitterend, ook het uitzicht vanaf de rotsen was adembenemend,
Vanaf de rotsformatie was de weg gemakkelijker. De tweede bezienswaardigheid was een grot. Nou ja, grotje. We liepen gewapend met een hoofdlamp naar de grot. Die was acht meter diep en het eind kon je ook zonder lamp goed zien. Volgens de overlevering zou de grot nog een dertig meter doorgaan, maar was de rest ooit dichtgemaakt nadat er een vrouw in opgesloten was geraakt.
Dan volgde er een ruïne van een klooster. Nou ja kloostertje. Een paarhonderd jaar geleden hadden twee monniken een paar kleine gebouwtjes neergezet en als privéklooster gebruikt. Af en toe worden er uit verering nog gekleurde doeken om de bomen rond de ruïne geknoopt, Waarna de aldus vereerde bomen worden verstikt en afsterven.
Tot slot kwamen we bij een bron. Nou ja, bronnetje. In een rots zat een gat met een diameter van een centimeter of acht. Ernaast stond een omgebogen lepel aan een stok van een halve meter, daarmee kon je op de bodem van het gat water opscheppen. Volgens de volksmond kreeg je goede ogen als je je ogen er nat mee maakte. Dik mocht zijn oog niet demonstreren van Astrid.
Het gerkamp bleek door het koude en vooral winderige voorjaar nog niet klaar. Daarom kregen we een echte kamer in een echt gebouw toegewezen. Er werd voor ons kouwelijke toeristen zelfs een elektrische verwarming bijgeplaatst. Allemaal erg fijn, maar we maakten ook kennis met de verf die hier wordt gebruikt. Goed spul. Zo maken ze het bij ons niet meer; al heel lang niet meer. Twee dagen later stonk de inhoud van onze rugzak nog en hebben we de appels maar in de vuilnisbak gegooid.

Donderdag 16 mei
Vandaag was een lange reisdag, 480km, zonder al te veel gebeurtenissen. We zaten in verband met de lange rit om zeven uur aan het ontbijt. Dat was wel een beetje vroeg, ook voor het personeel, dus we moesten tien minuten wachten voor er ontbijt begon te komen. Zo vertrokken we pas om 7.40. naar het verre zuiden. In de regionale hoofdstad van Midden-Gobi, Mandal Gobi, probeerden we een plaspauze in te lassen op een westerse wc. Dat mislukte jammerlijk. Dus waren we toch weer aangewezen op een houten vloer met één plank te weinig.
In een klein plaatsje, Khuld, stopten we voor de lunch. We hebben de helft opgegeten; dat halveerde de kans op een voedselvergiftiging. Het is een hele geruststelling dat we immodium in onze bagage hebben. Het is een hele ongeruststelling dat dat de bagage is die we in het hotel hebben achtergelaten.
We maakten een omweg langs Tsagaan Suwarga (white stupa), een uitgesleten kloof waar ooit tientallen miljoenen jaren geleden de bodem van de zee was. De rotsen bestaan uit witte kalksteen, vandaar de naam. Kerry noemt het de “Grand Canyon van Mongolië”. Dat is een beetje overdreven, maar indrukwekkend was het zeker.
Voordat we naar ons kamp gingen, dronken we even thee in Dalanzadgad (de hoofdstad van Zuid-Gobi) omdat we daar gebruik konden maken van de wifi.
Ook hier was het kamp nog in opbouw. We kregen echter wel een ger toegewezen; de enige met een eigen kachel. De al eerder geroemde verf werd hier gebruikt om het toiletgebouw te schilderen, een toiletgebouw dat ook dringend aan een schoonmaakbeurt toe was. Voor de elektriciteit was er een generator die van 20 tot 22 uur aan werd gezet. Omdat Kerry erg bang is dat wij te veel kou lijden, maakte ze onze kachel aan. Daarna werden er extra dekens, tamelijk vuile, gebracht en extra houtblokken. Vervolgens kwam Kerry onze kachel nog eens opstoken en gooide zij behoorlijk wat houtblokken op het vuur, Het duurde lang voor de temperatuur in de ger weer dragelijk werd. We hebben nu ook de Mongoolse matras leren kennen. Op onze bedden lagen acht dunne matrasjes die samen één dikke vormden. Zo begrijp je het verhaal van de prinses op de erwt beter. Kerry vertelde later dat veel dunne matrasjes in een ger erg gemakkelijk is. Je hebt maar weinig ruimte en als er een logé komt, haal je eenvoudig een paar matrasjes van je eigen bed.
Onder het avondeten kregen we een lichte schok; morgen moeten we al om zes uur aan het ontbijt verschijnen, want we gaan naar Yolyn Am, wat zo veel als Vallei der Gieren betekent. Om de drukte voor te zijn en het dal onder optimale omstandigheden te zien, is het zaak dat we zo vroeg mogelijk vertrekken.

Vrijdag 17 mei
Yolyn Am ligt in een nationaal park. De weg in het park was dermate ongelijk en vol stenen dat het extra veel moeite kostte om door te rijden tot in het hart van het park. Onderweg in het park spotte Astrid een Gobi Ibex, een Mongoolse steenbok. Ook zagen we een paar arenden. Gieren hebben we niet gezien; misschien vliegen die niet als het gaat sneeuwen zoals het af en toe deed. Wel zagen we overal dikke ronde diertjes, volgens Kerry muizen, in en uit hun holletjes kruipen.
De attractie van het park is de gletsjer die ’s winters meer dan een meter dik wordt en tegen het eind van de zomer weggesmolten is. Technisch gezien is het dus misschien geen echte gletsjer. Nu was de ijslaag half weggesmolten, waardoor de gletsjer zich in twee delen had gesplitst. Terwijl we langs de gletsjer liepen, verschenen de volgende toeristen; een groep Mongolen die zich gedroegen alsof ze te veel gedronken hadden en die de rust verstoorden.
Bij de ingang van het park was inmiddels het parkmuseum open gegaan met een overzicht van de dieren die in de Gobi leven. Verbazingwekkend hoeveel verschillende dieren je hier aantreft. Maar de Gobi is natuurlijk wel erg groot.
Onderweg naar onze volgende bestemming nuttigden we ons lunchpakket in de middle of nowhere langs de kant van de weg. Daarna reden we door naar de grootste zandduinen van Mongolië. Zo’n 180 km lang en het meeste ervan hebben we gezien. Onze bestemming was het hoogste duin, meer dan 300 m hoog. Ons reispakket omvatte ook de beklimming ervan. Daar hebben we van afgezien; Dik is zijn wandelschoenen aan het inlopen voor de Vierdaagse en het zou zonde zijn als die vol zand kwamen te zitten.
Het kamp lag vlakbij de zandduinen. Ook nu kregen we een gewoon huisje aangeboden omdat de gers nog niet klaar waren. Het voordeel van dit huisje is dat het een eigen wc heeft. Hoeven we niet bij nacht en ontij naar buiten. Elektriciteit hadden we van 20 tot 23 uur. Om 22 uur ging het licht al even uit. Een teken dat het tijd was om in bed te gaan.

zaterdag 18 mei
We hadden vandaag maar een korte rit, ongeveer 155 km naar de Bayanzag, de Flaming Cliffs. Het gesteente is hier zo te zien nogal ijzerhoudend en daardoor rood gekleurd. Onderweg aten we in Bulgan, een dorpje met hooguit 500 inwoners. De lunch werd hier opgediend in een ger die was ingericht als klein maar gezellig restaurant. Om naar de westerse wc te kunnen moesten we naar het plaatselijke badhuis, waar de badhuisdame tegen betaling de deur voor ons opende.
In de Bayanzag werden begin jaren twintig van de vorige eeuw door een Amerikaanse expeditie veel dinosaurusfossielen gevonden en voor het eerst in de geschiedenis ook dinosauruseieren. Zo werd voor het eerst aangetoond dat dino’s eieren legden. De fossielen zijn uiteraard door de eerlijke vinders meegenomen naar Amerika. In Mongolië zelf is maar weinig achtergebleven.
Boven op de Flaming Cliffs woedde een behoorlijke storm die je bijna omver blies. Kerry bood aan om een wandeling te maken over een smal paadje langs de rotswand. Normaal gesproken een leuke wandeling, maar we hebben er vanwege de harde windstoten maar van afgezien.
Hier kwamen we de eerste teken van actief natuurbeheer in de Gobi tegen. Om bij de rotsen te geraken, moesten we omrijden omdat kilometerslang paaltjes waren gezet. Auto’s konden er net niet tussendoor. Door de populariteit van de plek werd het terrein compleet kapot gereden. Nu is er nog maar één weg mogelijk. Verder zijn er eveneens kilometerslange omheiningen van prikkeldraad waarbinnen bomen, vooral de “Gobi tree”, worden aangeplant. De Gobi tree was een populaire bron van brandstof en is daardoor bijna uitgeroeid. De boom groeit nog maar op weinig plaatsen in de natuur. Bij een van die plaatsen zijn we vandaag gestopt.
In het kamp kregen we een video te zien van de ontdekking van de fossielen. Daarna zijn we verder gegaan met ons reisverslag tot het water van de douches zou zijn opgewarmd. Daar moesten we anderhalf uur op wachten. Bij de dames kwam nog steeds koud water uit de douches, bij de heren geen water op een klein koud straaltje uit één douche na.
Om een uur of zes begon het te stortregenen. Dat kwam goed uit, want Dik had een hemd in een wasbak laten vallen. Dat had hij aan de ger opgehangen om te drogen. Om acht uur hield de regenbui op en liep Dik in een sneeuwbui naar het toilet. Gelukkig kregen we een paar extra dekens. Van een andere groep hoorden we dat zij gingen uitwijken naar een hotel in een plaatsje dichtbij. Een rit in het donker door de sneeuw trok ons niet echt. Die andere groep had een iets luxere ger met eigen toilet, een wel warme douche en een tweepersoonsbed. Die ger kregen wij nu. Verder bleven er nog twee Duitse dames over. Voor hen werd een matras in de eetzaal geregeld.

zondag 19 mei
We hadden gehoord dat er vandaag ook sneeuw werd verwacht, maar in de loop van de nacht was het sneeuwen opgehouden. Kerry vertelde dat in het stuk Gobi dat we achter ons hadden veel sneeuw was gevallen en dat sommige delen, die wij gezien hadden, nu ontoegankelijk waren. De bergen in de verte zagen wit van de sneeuw. Wij reden echter onder een blauwe hemel naar onze volgende bestemming. Hier en daar lag nog een verwaarloosbaar dun laagje sneeuw. De wind was wat geluwd, het zonnetje scheen, dus het was alleszins aangenaam weer. Rond de middag kwamen we bij ons kamp aan. Hier hebben we een huisje met de hele dag elektriciteit. Er zijn goede, hete douches. Het kamp ligt aan een rivier en is een halteplaats voor veel mensen die de Gobi in of uit rijden. Vandaar dat de voorzieningen afgestemd zijn op veel mensen.
Naast het kamp ligt het Onglin Khiid klooster. Ooit was dit eeuwenoude klooster een van de grootste van Mongolië. Het omvatte zo’n dertig tempels en er woonden ongeveer 1000 monniken. In de jaren dertig van de vorige eeuw, onder Stalin, werd het klooster vernietigd. Een aantal monniken werd vermoord, volgens Kerry zo’n honderd. De Mongoolse overheid heeft daarvoor later haar excuses aangeboden. Nu woont er weer één monnik, terwijl er nog eens vier komen bidden. Eén tempel is inmiddels herbouwd, er staan weer een paar stupa’s en aan andere delen van het complex wordt gewerkt. In een grote ger is een museumpje ingericht. Hier staan voorwerpen die plaatselijke bewoners hadden gered toen het klooster werd vernietigd. De hoofdlama van het klooster is net als de Daila Lama als kind uitgekozen als zijnde de reïncarnatie van zijn voorganger. Het boeddhisme in Mongolië is zo te zien sterk geënt op dat in Tibet.
Na een uitgebreide lunch zijn we gaan douchen; dat hadden we na de kou van gisteren wel verdiend.




  • 22 Mei 2019 - 12:37

    Volkert:

    Ik wil graag de gids een compliment geven voor het feit dat jullie alle twee nog heel zijn.
    Dat is een hele opgave.
    Veel plezier, Volkert

  • 22 Mei 2019 - 16:20

    Loes:

    Lieve mensen ,

    Brr klinkt wel koud hoor, Zou je niet verwachten in de woestijn. Ok jullie zijn gelukkig heelhuids terug uit de woestijn . Hier was het vandaag lekker weer, maar gister en de maandag was het hier ook koud .
    Ik lees jullie verslagen met heel veel plezier en Kees ook , verstandig hoor om Dik dat water niet te laten proberen, be safe tot de volgende keer.

  • 23 Mei 2019 - 02:54

    Willemien:

    Poeh poeh, wat een barre omstandigheden af en toe! Leuk om te lezen, groetjes

  • 23 Mei 2019 - 03:03

    Willemien:

    Leuke fotos!

  • 23 Mei 2019 - 17:31

    Ria De Goede:

    Bedankt voor alle verslagen,wat een ervaring.Gr van ons xx

  • 24 Mei 2019 - 17:20

    Marrigje:

    Hallo daar,
    Onder het genot van een heerlijk kopje koffie heb ik jullie laatste drie reisverslagen gelezen. Was nog niet eerder in de gelegenheid geweest. Wat ben ik blij dat ik in Nederland woon. Wat is het leven hier dan luxe als ik jullie ervaringen lees. Hoop voor jullie dat de reis eindigt in een chique resort zodat jullie kunnen bijkomen van alle ontberingen. Hahaha .....
    Nog veel plezier. Groetjes ook van René

  • 25 Mei 2019 - 08:37

    Laura Krikken:

    Fijn dat jullie de reis tot nu toe overleefd hebben. Interessant om zo'n compleet andere wereld en cultuur van dichtbij mee te maken. Net als Marrigje ben ik toch blij dat ik lekker comfortabel in Nederland woon.
    Groeten van Jan (die de 21e zijn heup gebroken heeft, maar al weer met krukken loopt) en Laura.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 08 Mei 2017
Verslag gelezen: 520
Totaal aantal bezoekers 15063

Voorgaande reizen:

26 April 2019 - 27 Mei 2019

Onze reis met de Trans-Siberie en Mongolie express

28 April 2017 - 30 Mei 2017

Onze reis in Ecuador

Landen bezocht: