Naar Mongolie deel 7
14 Mei 2019 | Mongolië, Ulaanbaatar
Tot over een paar dagen.
Zaterdag 11 – maandag 13 mei
Irkoetsk – Terelj N.P.
Vanmorgen werden we om 7.20 opgehaald door onze chauffeur. Bij het station moesten we een kwartiertje in de auto wachten, terwijl hij keek of de trein op tijd zou aankomen. Dat bleek het geval, dus bracht hij ons naar het perron, terwijl hij heel lief het kleinste koffertje droeg.
We hadden nu een Chinees ogende trein. In onze coupé stond nog een grote zak wasgoed en op de grond lag ook nog een en ander. Astrid zette dat resoluut op de gang en even later verscheen een provodnits die ermee verdween. We hebben nu een eersteklas coupé; twee banken boven elkaar aan de ene kant, een stoel aan de andere, stoffen bekleding, een doucheruimte die we delen met de buren. Alles nogal onschoon. De provodnitsa’s in de Russische treinen houden de boel duidelijk beter schoon.
Op aanraden van onze Engelse buurman ging Dik nog gauw even het raampje aan de buitenkant schoonmaken. Helaas was Dik kleiner dan de buurman, was het perron laag en was de trein hoog. Dik kon dan ook alleen maar de onderste 10 cm van het raampje schoonmaken.
De rit voerde eerst langs het Baikalmeer waarop aan deze kant nog ijs lag. Daarna ging het zuidwaarts richting Mongolië. Gaandeweg werd het landschap wat vriendelijker; hier en daar wat bloeiende struiken en groene blaadjes aan de bomen.
Onderweg kregen we immigratieformulieren om in te vullen. Toen we de grens naderden, stopte de trein op een station. Omdat hij wat langer bleef staan, gingen veel passagiers even een luchtje scheppen. Al snel werden we terug gecommandeerd door een stel Russische douaniers die aan boord kwamen. We gingen braaf in onze coupé wachten, maar toe ze kwamen moesten we de gang op zodat ze de coupé konden inspecteren. Al onze bagage moesten we vervolgens openmaken. Gelukkig hoefden we niet alles uit te pakken; ze keken even of het echt bagage was, dat was voldoende.
Toen de controle achter de rug was en de trein na bijna twee uur weer reed, hebben we noedels gemaakt. Daarna nog even gewacht, maar toen er geen teken was dat de Mongoolse douane snel zou verschijnen, zijn we maar vast naar bed gegaan. Na pakweg twintig minuten stopten we en klopte de Mongoolse douane aan. Ze namen onze paspoorten in en keken of we niemand in onze doucheruimte hadden verstopt. Terwijl zij een hele stapel paspoorten controleerden, ging de trein rangeren, wat de passagiers uitspraken ontlokte over voortaan statenloos zijn. Gelukkig kregen we onze passen toch terug. Tegen half een konden we dan eindelijk gaan slapen. Om zes uur moesten we opstaan, want we kwamen om 6.50 aan in Ulaanbaatar.
Bij dit alles moet worden opgemerkt dat zowel de Russische als de Mongoolse douaniers vriendelijk en behulpzaam waren. Ze hielpen geduldig delen van de formulieren die we niet begrepen, in te vullen en wachtten geduldig tot we de laatste hand aan de formulieren hadden gelegd.
In Ulaanbaatar werden we opgewacht door Carry, onze gids, en Oyom, onze chauffeur. We haalden eerst wat Mongools geld uit een muur alweer een dikke stapel bankbiljetten. Omgerekend ongeveer 200 euro. Daarna reden we naar het standbeeld van Djenghis Khan, het grootste standbeeld van een ruiter te paard ter wereld. In 2006 gebouwd ter ere van het 800-jarig bestaan van Mongolië. Het is ruim 30 m hoog en staat op een sokkel van 15 m hoog. In de sokkel is een klein museum ingericht met o.a. de ontwikkeling van de gers (de grote ronde Mongoolse tenten) en portretten van Mongoolse heersers. Overigens is onbekend hoe Djenghis Khan eruit zag, dus zijn standbeeld berust op artistieke vrijheid. Met een lift en een paar trappen kom je in de kop van het paard op ca. 30 m hoogte. Vanaf daar kun je naar buiten op een klein platform en is het gezicht van Djenhhis Khan goed te zien.
Vervolgens werden we naar ons eerste gerkamp gebracht; een handjevol tenten, een toiletgebouw en een eetzaal. Normaal worden de tenten afhankelijk van de seizoenen een paar keer per jaar verplaatst, maar deze blijven speciaal voor de toeristen het hele jaar op dezelfde plek. Rond elf uur gingen we onze ger in. Even voor enen liep onze wekker af, zodat we om een uur konden gaan lunchen.
Na de lunch, soep en met vlees gevulde gefrituurde flappen, hebben we een klein stukje buiten gewandeld. Morgen staat er een langere wandeling op het programma.
Na het diner maakte een van de vrouwen van het kamp onze kachel aan en in een lekker warme ger hebben we nog wat gelezen voordat we vroeg gingen slapen.
De volgende ochtend gingen we na het ontbijt al snel een wandeling maken door het nationale park. Nu weten we dus wat de letters NP betekenen, want onze verblijfplaats is Terelj NP. Onze wandeling over stoffige zandpaden voerde ons door een fraai berglandschap. Helaas willen veel mensen daarvan genieten, dus om de paar honderd meter vind je iets wat op een resort lijkt. Sommige een klein bescheiden gerkamp zoals het onze, andere een verzameling bungalows met bijgebouwen of een groot lelijk hotel. Ook speeltuintjes ontbreken niet. Voor Mongoolse jeugd is er een vrij groot vakantiepark met bontgekleurde huisjes. En overal wordt driftig gebouwd. Het terrein is een nagenoeg boomloos glooiend bergdal, zodat je vaak een stuk of tien resorts tegelijk kunt zien. De voor- en nadelen van toerisme moeten hier nog worden ontdekt.
Dit maakt natuurlijk niet onverdeeld vrolijk, maar we bekijken dit wel op Nederlandse of misschien Europese schaal. Carry vertelde dat er verderop een stuk nationaal park is waar je alleen te voet of te paard kunt komen. Dat strekt zich pakweg 40 km uit; zeg maar een halve Nederlandse provincie.
Onze route ging over twee heuvels. Daarna zagen we in het dal onze bestemming, Turtle Rock, een rots die van opzij gezien op een schildpad lijkt. Maar eerst reden we met ons busje, dat al stond te wachten, langs een Boeddhistisch klooster wat overigens niet bewoond is. Het is door de inwoners van het N.P. opnieuw gebouwd na het einde van het Sovjet tijdperk en religie weer was toegestaan. Via een lang voetpad dat vol hing met spreuken van Boeddha, en een Indiana Jones hangbrug van hout bereikten we de voet van de trap naar de tempel. Alleen Dik was bereid de 108 treden naar boven te gaan.
Turtle Rock ziet er inderdaad uit als een schildpad. Gelukkig is het echte toeristenseizoen nog niet begonnen, dus konden we, toen we er op de terugweg langs reden, redelijk ongestoord een paar foto’s maken. Turtle Rock is een populaire bestemming, dus was er een enorme ger ingericht als souvenirshop. Dat trof goed, want we wilden nog een paar souvenirs kopen.
Toen we terugkwamen in het kamp, was daar een busje met, uiteraard, Nederlandse toeristen uitgeladen. Een van hen was erin geslaagd onze kunststof buitenstoelen om te ruilen voor harde houten stoelen. We hebben dat onder de lunch aangekaart bij de kampleider. Die zou ervoor zorgen dat het in orde kwam. Toen we na de lunch terugkwamen bij onze ger, stonden er vier in plaats van twee harde houten stoelen. Volgens de mensen die nu onze stoelen hadden, had de bazin van het kamp hun de kunststof stoelen gegeven. Dat hebben we dan maar geloofd.
‘s Middags hadden we vrij en hebben we lekker in het zonnetje zitten nagenieten van onze wandeling van 12 km. Dik heeft een van onze houten stoelen naar een buurman gebracht waar de kampleider waarschijnlijk onze extra stoelen had weggehaald.
In de loop van de middag arriveerde nog een busje met, uiteraard, weer Nederlanders. Geen wonder dat de mensen van het kamp eenvoudige uitdrukkingen als “eet smakelijk” kennen. De eetzaal zat ’s avonds dan ook vol met Nederlanders. Na het eten pakte onze gids een Mongools spel, schapenenkel genaamd. Je speelt met een handvol echte schapenenkelbotjes. Daaraan worden vier vlakken onderscheiden: paard, kameel, schaap en geit. Er zijn een paar spelmogelijkheden. De eerste houdt in dat je een handvol botjes op tafel laat vallen. Vervolgens probeer je met je nagel botjes met dezelfde bovenkant tegen elkaar te schieten zonder de rest te raken. Lukt dat, dan mag je het geraakte botje pakken. Als de botjes op zijn, werk je de gewonnen stapeltjes weg doordat iedereen net zo veel botjes teruggooit als er op het kleinste gewonnen stapeltje liggen. Dat gaat door tot nog maar één persoon botjes over heeft, de winnaar. Een andere mogelijkheid is een paardenrace. Iedere deelnemer kiest een botje en legt dat met de paardenkant boven. Vier botjes worden apart gehouden en de resterende botjes worden als racebaan met de paardenkant naar boven gelegd, van start tot finish. Met de vier botjes wordt geworpen. Je mag je paard net zo veel verplaatsen als je paarden hebt gegooid. Gooi je vier verschillende, mag je vier plaatsen vooruit. Wie als eerste de finish passeert, wint.
Al snel waren alle reisgezelschappen geanimeerd aan het spelen. Tussendoor gaf Astrid wat magneetklomjes aan de kampmensen. Vanmiddag hadden we ook al wat kleurpotloden aan kampoma gebracht, die ons hartelijk de hand schudde. Je begrijpt dat we met een goed gevoel zijn gaan slapen.
-
15 Mei 2019 - 19:04
Albert En Gertie:
Wat een ontberingen en bijzondere verhalen. Van vrieskou tot genieten van het zonnetje.
Het eten wordt ook bijzonder beschreven. Gelukkig zien jullie er nog goed uit op de kaart die vandaag in onze bus viel: leuk zeg en heel attent dat jullie iedereen zo mee laten reizen en genieten. Het komt ons voor dat het wel een hele bijzondere reis is met onverwachte ervaringen. Weer hartelijk dank voor de leuke verhalen. Goede voortzetting van jullie reis weer. Hartelijke groet.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley